maandag 7 oktober 2013

Afscheid


Afscheid nemen 


Afgelopen maand stond in het teken van afscheid en afronding. Voor het eerst in de ruim 20 jaar dat ik praktijk houd, heeft een client zich van het leven beroofd. In alle eenzaamheid van een cel, in een huis van bewaring. We hadden elkaar al een tijdje niet gezien en afgesproken de therapie weer op te pakken na de zomervakantie. Helaas heeft dat niet zo mogen zijn: hij werd gedetineerd en ondanks verzoeken van mij aan bevoegd gezag om hem in detentie te laten ondersteunen of in elk geval even een psychiater te consulteren -  bleef het kale detentie. De leegte en het gemis dat op de bodem van het bestaan van deze jongen zat, kreeg de overhand - de uitzichtsloosheid werd te groot. 

Een jongen wiens leven in een ver land begon, in een gevangeniscel - onder ongetwijfeld erbarmelijke omstandigheden besloot dat de cirkel van zijn leven alleen rond te maken was door er afscheid van te nemen, in de eenzaamheid in een Nederlandse cel.  Met een glimlach rond zijn lippen lag hij thuis. Ik nam daar afscheid met ouders en oudere broer. Zo wil ik hem herinneren: vol levenslust, energie, energie die nodig was om te voorkomen dat in de stilte en rust pijn ging overheersen. Energie die in therapie, ingebed in een vertrouwensrelatie, goede dingen bewerkstelligde maar ingedamd in een cel zo beperkt en eenzaam werd dat de pijn voor hem ondraaglijk werd. 

Nu kan ik dat allemaal wel mooi analyseren maar waar zit de les in wat gebeurd is? Wat konden wij, al die mensen om hem heen, alle hulpverleners, politie, rechters en officiers doen? Compassie en een luisterend oor, echt kijken naar de mens die iemand is, de mens die iemand kan worden met hulp en steun,  is in het laatste stuk van de hulpverlening zoek geraakt. Daar waar in de tijd van bemoeienis van jeugdreclassering en jeugdvoorzieningen nog gekeken is naar pedagogische en psychologisch verantwoorde aanpak, werd bij het bereiken van de meerderjarigheidsgrens het roer omgegooid: restrictie en straf waren het devies. 

Alle mensen, hulpverleners, therapeuten en begeleiders die deze jongen kenden hebben gewaarschuwd, gevraagd om dit niet te doen, hem niet in kale detentie te zetten - moeder heeft als een leeuwin gevochten voor het luisterend oor. Maar trof slechts de Muur van de Wet. Wat nu gebeurd is, is onomkeerbaar - er is niet geluisterd en nog minder gehandeld. De familie blijft achter met lege handen, immens verdriet en vele vragen. 

Een maatschappij waarin men niet naar elkaar luistert, dat is niet de maatschappij waarmee ik me verbonden wil voelen. Wat voor samenleving zijn wij eigenlijk wanneer we niet bereid zijn om te luisteren? Niet bereid zijn om te zoeken naar de drijfveer van iemand, om nieuwsgierig, empathisch, speels en accepterend te zijn? Dat is de enige houding die de ander echt kan helpen oude destructieve scripts te doorbreken. Verder is tijd nodig, tijd en adequate hulpverlening - hulpverlening die niet alleen sensitief is op wat het betekent om op ’10-0’ achterstand zoals deze cliënt het formuleerde te starten in dit leven, maar die ook kennis heeft van zaken als vroegkinderlijk trauma en bereid is om eigen protocollen, grenzen en methodieken kritisch te bekijken - zonodig af te wijken van gebaande evidence based paden wanneer dit in het belang van het individuele proces van iemand is. Dat is deels gelukt, maar toen het er opaankwam, ingegeven door leeftijd en tijd,  was er de Muur van de Wet. Onverzettelijk, zonder enige compassie. 

Nu is er leegte alom, vragen en gemis. Ik wil mezelf en de andere hulpverleners maar vooral ook de Rechterlijke Macht en de Reclassering uitdagen om kritisch naar de eigen rol te kijken. Niet te verschuilen achter ‘we hebben protocol gevolgd’ ‘ons treft geen blaam’. Als we de ziel uit ons werk halen door alleen maar protocollair te werken, missen we de boot en gebeuren er ongelukken. Soms onomkeerbaar. Afschuwelijk. 

Waar ging het niet goed? Mijn eerste analyse is dat het luisterend oor heeft ontbroken: het open durven luisteren en expertise durven erkennen van elkaar - binnen en buiten een instelling. Samen werken met en voor een cliënt, diens familieleden en andere hulpverleners en daarmee met en voor een betere maatschappij. Samen betekent dan open accepterend met compassie luisteren naar de levensverhalen van mensen die ‘over de grens’ gaan. Samen betekent ook zoeken met de cliënt naar oplossingen en manieren van reageren. Soms kan detentie nodig zijn maar zeker wanneer er al een therapeutisch traject loopt moet daar altijd  persoonlijke, psychologische ondersteuning bij geboden worden! 

Voor deze jongen en zijn familie is het onomkeerbaar. Zo’n verdriet. Voor de maatschappij en de vele anderen die na hem komen wens ik dat er wel geluisterd wordt. Dat protocollen hulpmiddelen blijven en hulpverleners vanuit contact en compassie kunnen werken. 

En ik… ik beloof mezelf te herinneren wat ik van hem leerde over pijn en eenzaamheid maar ook over energie, levenslust, plezier en houd zijn laatste glimlach voor ogen.