vrijdag 19 februari 2016

Ondermaatse handreiking Alert op Adoptiekinderen toch het veld in gestuurd...

In september 2014 verscheen de handreiking 'Alert op adoptiekinderen' met daarin - naar verluidt - informatie voor leerkrachten, huisartsen, jeugdartsen, jeugdhulpverleners
en andere professionals over adoptie en mogelijke adoptiegerelateerde problematiek. 

Geweldig dacht ik, hij is prachtig vormgegeven, niet te lang en lijkt zo op het eerste gezicht een goede aanwinst voor iedereen in de jeugdzorg. Niets is minder waar. 

Al lezend rijzen me de haren te berge: er worden getallen, feiten en adviezen opgelepeld maar nergens, werkelijk nergens een fatsoenlijke referentie te vinden. Geen bronnen. Amper suggesties voor verder lezen. Twee links: beiden naar organisaties die ook bij het ontstaan van de handreiking betrokken waren. Verder niets. Daarmee heeft men 'vergeten' dat Nederland een Kenniscentrum Adoptie en Pleegzorg, het ADOC, heeft. Hier beheert men een up to date database over adoptie - en pleegzorg gerelateerd internationaal onderzoek. Een database die voor academisch geschoolde jeugdzorgprofessionals input kan bieden. Daarmee gaat de handreiking volledig voorbij aan de 'evidence base' die er in onderzoekspublicaties ligt. Wat een gemiste kans. 

Het leest lekker weg, heeft daarmee een hoog 'Jip en Janneke' gehalte maar komt niet verder dan dat. Het blijft aan de oppervlakte kabbelen met als gevolg dat deze handreiking de plank volledig misslaat. De handreiking die alert wil maken, verbindt niet met de professionele bewegingen in het jeugdveld. Dat is een echte omissie. De handreiking stuurt mede daardoor de jeugdzorgwerkers met vrijwel niets dan platitudes het veld in. Ze sluit niet aan bij landelijke richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming, houdt geen rekening met de inhoudelijke stand van zaken in de jeugd GGZ en is ook niet afgestemd met beroepsverenigingen van gedragswetenschappers of met het Kwaliteits
register Jeugd. De enige afstemming die er geweest is, is met de medische professionals. Goed begin, maar niet meer dan dat.

De keuze om de handreiking te beperken tot zorg voor geadopteerde kinderen en hun gezinnen is begrijpelijk maar tegelijkertijd ook wonderlijk. De aantallen kinderen die ter adoptie binnenkomen in Nederland lopen terug. De kinderen die al hier wonen, groeien op, zijn grotendeels al volwassen. Deze volwassenen ervaren zichzelf - als zij hulp nodig hebben - dikwijls roepende in de woestijn vanwege onvoldoende kennis van afstand en adoptie. Hoe logisch was het geweest om hier ten minste even kort gewag van te maken. Alert op adoptie is ook alert op de impact die er kan zijn voor individuele mensen, impact die ook na het 18e jaar nog kan spelen. 

Laatste punt van verwondering dat een dergelijke handreiking überhaupt als product afgeleverd mocht worden, is het overzicht van spelers in het adoptieveld en hun verantwoordelijkheden. Ook hier blijft het hangen bij een onvolledig lijstje, waar het erg eenvoudig was geweest om gewoon volledig te zijn en ook links toe te voegen zodat de lezer inderdaad meer informatie kan verkrijgen waar nodig. 

De handreiking stamt uit september 2014. In december 2104 is er namens het ADOC een deel van de bovenstaande bezwaren in een brief geuit bij de vaste kamercommissies van VWS en VenJ. In december 2015, een jaar later, kwam er een reactie. In deze reactie werd toegezegd dat de opmerkingen bij het periodiek herzien van de handreiking meegenomen worden. Zonder termijn uiteraard. Als de beantwoording van een eenvoudige brief al een jaar op zich laat wachten, wat zou dat dan kunnen betekenen voor het herzien van een handreiking?

Tegelijkertijd is net voor het kerstreces de handreiking in deze vorm gewoon het veld in gestuurd. Bizar. Meer dan een jaar is verstreken en willens en wetens ligt nu in elke gemeente, op het bureau van hulpverleners een handreiking die niet voldoet. Daarmee bewijzen we de praktijk van de adoptiehulpverlening geen dienst. Integendeel zelfs. We onderschatten de professionaliteit van hulpverleners door hen een dergelijk document in handen te geven en het dan ook nog eens als leidend te verklaren. 

Ik hoop vurig dat er snel een opdracht voor een degelijke update komt, een update die afgestemd wordt met jeugdzorgrichtlijnen, kenniscentrum KJP, met professionals bij NIP/NVO/SKJ en wordt gedragen door een gedegen onderbouwing uit de wetenschap. Die update kan afsluiten met een mooi rijtje van links naar adoptie-organisaties, bronnen en boeken, waar professionals meer informatie zelf kunnen vergaren, dingen kunnen nalezen. Daarmee is het veld gediend. Als dat gebeurt, kan deze versie gauw als nulversie vergeten worden!



** deze blog is geschreven op geheel persoonlijke titel ** 



dinsdag 9 februari 2016

Waar blijft de lobby?

Er is in 2016 een schone taak weggelegd voor de beroepsverenigingen van psychologen en pedagogen in de jeugdzorg: ik zou hen willen oproepen om zich heel hard te maken voor de kleine eenpersoonspraktijk die kapot dreigt te gaan aan de ongelooflijke papierhandel die de transitie met zich meebrengt. 
Wat is het geval? De administratielast is torenhoog geworden. Dat wisten we al. Maar nu komt er nog een soort 'toetje' op die torenhoge last van 2015: een jaarverantwoording. A.u.b. per regio waar de cliënten wonen aan te leveren. Het is werkelijk om wanhopig van te worden...........

Die hoge administratielast is niet nieuw. Uit een enquête van het NIP onder 498 vrijgevestigde psychologen werd duidelijk dat de administratielast enorm is de toegenomen in 2015. Ik citeer: 


" 1.9 Administratieve last
93% van de geënquêteerde aanbieders geeft aan dat de administratieve last van hun praktijk is toegenomen ten opzichte van 2014. Gekeken naar een werkweek van een vrijgevestigde jeugdhulpaanbieder wordt in 2015 meer dan een kwart van de werkuren (27%) tot zelfs een derde (34%) ingevuld met administratie. Voor de meeste aanbieders betekent dit dat zij 5 tot 8 uur per week besteden aan administratie. " (p. 4 onderzoeksrapport werken als vrijgevestigde aanbieder in de GGZ, NIP 2015). In datzelfde rapport in figuur 29 en 30 (pagina 28) geeft men aan dat 93% van de aanbieders aangeeft dat de administratieve last is toegenomen, 80% zegt dat de last sterk is toegenomen. Vraag is wat het NIP  en de zustervereniging NVO hier nu aan gaan doen? Waar blijft de lobby? 

Met dat in mijn achterhoofd weet ik dat ik niet de enige ben die klem zit in een onwerkbaar systeem na de transitie jeugdzorg. Dat helpt een beetje maar ja, ik blijf zitten met een derde tot de helft van mijn tijd die vorig jaar aan (onbetaalde) administratie uren is weggelekt. Ik dacht daarmee dat het klaar was voor 2015. Mijn inkomen is fors gedaald - zeker als ik de uren verdisconteer die de adminstratie vraagt, het zij zo... ik hoop dan dat het in 2016 beter zal gaan.

Nee hoor, te vroeg gedacht dat ik het jaar gewoon kon afsluiten. Het ene na het andere bericht verschijnt in mijn mailbox of valt op de deurmat: ik word geacht om alle betaalde facturen nog een keer te accorderen en weer formulieren in te vullen en te ondertekenen. Als jaarverantwoording. Heeft men er bij nagedacht wat dat betekent voor kleine praktijken die cliënten uit meerdere regio's hebben? Mag dit zomaar? Ik heb hen een factuur gestuurd, de factuur is betaald. Klaar. Zeker waar ik geen contracten had en gewoon zorg heb geleverd. Het zou de gemeenten sieren wanneer de adminstratie die extra gevraagd wordt, netjes doorberekend mag worden. Dat zou iets lucht geven. Niks is minder het geval: tarieven worden eenzijdig verlaagd. Het is tekenen bij het kruisje of niet tekenen natuurlijk.... van dat laatste worden cliënten de dupe en ik ook natuurlijk... 

Ongelooflijk en voor mij is het echt puzzelen geblazen of dit nog werkbaar is. Hoe de transitie een goed lopende praktijk in een jaar bijna om zeep helpt. De adminstratielast is zo onoverzichtelijk, regels verschillen per regio, en het lukt bijna niet meer een volle praktijk te draaien, daar een fatsoenlijk inkomen uit te genereren en tegelijkertijd te voldoen aan alle administratieve verplichtingen die de gemeenten nu weer hebben bedacht. Het is werkelijk alsof ik in een roman van Kafka beland ben. Bizar. Moest het even kwijt. Hoop dat het NIP en de NVO dit actief ooppakken: de inventarisatie ligt er. Uit het ledentevredenheidsonderzoek onder NVO scoorde belangenbehartiging maar net voldoende. Mooie kans om deze score flink te verbeteren! Tijd voor actie! 
Waar het de LHV is gelukt om de lasten voor huisartsen te verlichten, ligt daar ook voor mijn beroepsverenigingen een schone taak! Hoe kan het toch dat er geen sterke lobby is vanuit de vrijgevestigde GGZ die hier een vuist maakt tegen een inmiddels amper werkbare situatie? Waar blijft de lobby? 

maandag 1 februari 2016

Passende zorg voor ieder kind?

Heeft de transitie geleid tot passende zorg voor ieder kind? Ik vrees van niet want de praktijk is ongewijzigd. Er zijn nu eenmaal 
kinderen die niemand wil, waar niemand voor wil zorgen. Kinderen die volgens  het gros van de professionals ‘niet meer te redden zijn’  en nooit meer passen in een gezin. Juist voor die kinderen zou zorg op maat een oplossing kunnen zijn. Is daar nu meer ruimte voor? 

Ik weet het niet, maar hoop dat er nu meer mogelijk is dan voor 2015. Ik heb nu nl. een kind dat hiervoor in aanmerking komt. Laat ik hem Johan noemen. Johan is zo’n joch dat overal tussen valt. Johan is een voogdijpupil. Er is geen biologische familie. Johan is 15 jaar. Hij heeft al op vijf groepen gewoond en is telkens overal uit gezet. Twee groepen waren gesloten plaatsingen, wegens gebrek aan beter… zouden we nu met zorg op maat passende zorg kunnen bieden? 

Johans pleegmoeder heeft hem twaalf jaar thuis gehad. Toen werd het te veel. Johan kan zich niet altijd in de hand houden, hij kan erg boos en intimiderend zijn. Het dagelijkse opvoeden werd te ingewikkeld voor pleegmoeder, die al wat ouder is. Ze is er elk weekend en elke vakantie voor hem, maar instanties oordelen dat zij niet meer fulltime voor Johan kan zorgen. Al haar energie gaat naar Johan. Al vijftien jaar. Wat er ook gebeurt, zij is en blijft zijn belangrijkste gehechtheidsfiguur, gelukkig is men het daarover eens en mag zij een belangrijke rol houden in zijn leven. Alleen niet 24/7.

Nu woont Johan weer bij pleegmoeder in de stad. Tijdelijk. Hij is te gevaarlijk voor een groep volgens beroepsopvoeders. Het advies voor vervolg lijkt aan te sturen op een gesloten plaatsing? Elders is de veiligheid niet te borgen? Maar hij woont nu gewoon bij pleegmoeder. In de stad, midden in de maatschappij. Helemaal open. Beter dan crisisopvang, maar toch ook bijzonder dat dit het alternatief is wanneer beroepsopvoeders een kind te gevaarlijk vinden om op de groep te laten wonen…

Het is al ruim een week onduidelijk waar hij naar toe moet. De voogd probeert dit zo snel mogelijk te regelen. De voogd doet enorm zijn best maar het lukt zelfs hem niet om direct in de week dat hij eruit gezet is, een groot overleg te realiseren met de voorziening waar hij weg moest..… 

De voogd draagt - namens ons allemaal - de juridische verantwoordelijkheid, werkt zich drie slagen in de rondte maar krijgt het niet voor elkaar. Triest. Hoe veilig is dit? Wie is eigenlijk verantwoordelijk als er calamiteiten ontstaan?

De open groep waar hij zat, trekt het niet meer met hem.Zes maanden heeft hij er gewoond. Het is niet makkelijk voor hem om te aarden: groot en sterk is hij, soms intimiderend en agressief. Medebewoners en groepsleiding zijn bang voor hem. Zijn voorliefde voor messen en wat dies meer zij helpt dan niet echt. Er zijn incidenten, heftige incidenten. Het wordt gevaarlijk voor hem, voor groepsleiding en voor medebewoners. Zo gevaarlijk dat de plaatsing stopt. Er zijn al vele diagnoses afgegeven, allemaal heftig en grotendeels te herleiden tot vroegkinderlijk trauma en gehechtheidsproblematiek.

Toch zijn er ook momenten dat hij anders is: emotioneel is hij nog een heel jong kind, dat in de therapie kan genieten van heel eenvoudige spelletjes en ook zo contact maakt. Een jong kind dat veel tijd en aandacht nodig heeft - één op één - zodat hij trauma kan verwerken en gemiste ervaringen kan inhalen, kan helen. Therapie is net gestart en er is een lang traject nodig om hem te helpen te worden wie hij is, zijn plek te vinden in de maatschappij. Een goede, stabiele woonplek is daarbij voorwaarde. Dat is nu gestopt. Wie is nu verantwoordelijk? Stel nou dat het toch niet goed gaat bij pleegmoeder? Op wie kan zij terugvallen? 

Het moment dat de plaatsing stopt is bijzonder: de behandelverantwoordelijke is ziek en de voogd is juist dan een weekje met vakantie. De vervangende voogd accepteert het stoppen van de plaatsing, zo was het afgesproken. Er is nog geen vervolgplek. Van het ene op het andere moment moet hij weg, er is geen afscheidsritueel. Weggestuurd met lege handen en zonder backup. Deze jongen wordt door de meeste professionals gezien als erg instabiel en kan in zijn impulsiviteit de grenzen opzoeken. Dat klopt. Als beroepsopvoeders het niet meer kunnen, dan mag pleegmoeder het opknappen en mag hij dus zonder 24 uurs professionele backup de maatschappij in? Het blijft bizar.

Inhoudelijk hebben we te maken met weer een breuk in het leven van dit kind. Bij mij rijst de vraag of we dat nou niet netjes hadden kunnen rekken, plaatsing afronden als er een vervolg is enzovoorts. Nee, van het een op andere moment stopt het. Zoals al zo vaak gebeurde in het leven van dit kind. De gang van zaken nu bevestigt oude scripts en haakt in op eerdere negatieve ervaringen. Slecht voor het kind, slecht voor de therapie, slecht voor de toekomst. Overleg met de (externe) behandelaars, plaatsers en verantwoordelijke gemeente/regio  voordat het besluit viel was zinvol geweest en had in elk geval de hernieuwde ervaring van het abrupte afstoten kunnen voorkomen. Misschien was er dan wel heel snel zorg op maat mogelijk geweest…. Gemiste kans?

Wat heeft Johan nodig? Het hoeft niet zo moeilijk te zijn, wanneer we tenminste allemaal bereid zijn om buiten kaders te denken, ego’s, posities, protocollen en macht te vergeten. Dan kunnen we samen om het kind gaan staan en als we daarbij het budget van een gesloten plaatsing tot leidend verklaren, moet het lukken. Niet kijken waar er plek is maar echt vanuit het kind en diens ontwikkelings- en opvoedingsvraag kijken: wat heeft Johan nu nodig?

De jeugdwet biedt die mogelijkheid, toch? Idee (of illusie?) was dat de transitie in deze situaties meer moet kunnen bieden dan het oude systeem. Kunnen we kinderen zoals Johan laten ervaren dat zij niet worden opgegeven en ook hun plek in de maatschappij mogen gaan vinden? Dat ze niet van de ene naar de andere plek worden geslingerd?

De oplossing nu zit m.i. in een korte termijn plan waarin één op één begeleiding met weinig prikkels en veel herhaling,  structuur in vaste (vooral ook fysieke en creatieve) activiteiten geboden wordt. Als reguliere groepsleiding dit niet aankan of aandurft dan zou er tijdelijk boventallig stevige groepsleiding ingehuurd kunnen worden die veiligheid kan borgen. Misschien wordt het dan wel twee op één.  Doel is om in de periode van een half jaar of een jaar te werken aan terugkeer naar een groep. Het pleeggezin kan in de weekends en vakanties voor de opvang blijven zorgen, mits er backup is.

Ik hoop zo dat voogd, die regie voert, samen met directies van betrokken instanties en  gemeente dit kan opnemen. Dat de voogd een rol voor pleegmoeder borgt en tegelijk de ruimte krijgt om haar backup te geven. De voogd wil dit heel graag en ik zie hoe hard gewerkt wordt, maar toch zijn ook de handen van de voogd gebonden aan (on) mogelijkheden van opnemende voorzieningen.

Ik vraag me af of we voor deze kinderen, die overal buiten (dreigen) te vallen, afspraken kunnen maken zodat er naast voogd ook directies en gemeenten betrokken worden. Het gaat om enkele kinderen per regio. Voor deze kinderen is zo veel extra nodig… dat vraagt extra inspanning, afstemming en overleg van iedereen.  Ik realiseer me dat juist in de regio Z/O Utrecht het budget al overschreden is wat deze vraag extra lastig maakt maar … elk kind telt - juist dit kind waar het al zo vaak mis ging… als we nu niet goed handelen, betaalt de maatschappij een nog grotere prijs.... 

Zo blijft de grote vraag: kan de transitie hier de belofte van zorg op maat waarmaken? Zorgt de transitie voor passende zorg voor ieder kind? 

…. wordt vervolgd…. 



(de naam Johan is uiteraard gefingeerd)