woensdag 15 juni 2016

Balans opmaken

De transitie jeugdzorg is anderhalf jaar oud. Politici kloppen zich op de borst: lokaal houdt men geld over, het lijkt allemaal redelijk goed te gaan en wauw wat hebben we met zijn allen een grote stap gezet. Over een nacht ijs gegaan en warempel, de gemeenten hebben het hem maar geflikt. Chapeau.

Is dat waar? Klopt deze berichtgeving? Het Chapeau in dezen is voor hondsloyale hulpverleners en voor instellingen die niet de handdoek in de ring gegooid hebben en zijn blijven werken. Hulpverleners die hun vak serieus nemen en mensen niet in de kou willen laten staan. Die de menselijke maat centraal stellen terwijl de overheid alleen maar op proces en kloppende spreadsheets focust..., want als we even onder de oppervlakte duiken dan zien we vele barsten in het ijs en menigeen is er al doorheen gezakt. 

We hadden moeten wachten tot het ijs sterk genoeg was om een zo'n mega operatie te dragen. De ijsmeesters - de professionals - waarschuwden maar de gemeenten stonden te trappelen om toch maar meteen dat ijs op te gaan. Het resultaat? Veel onvrede, wachtlijsten voor zorg, onduidelijkheid, en als klap op de vuurpijl dramatisch gedaald in de ranglijsten van kinderrechten (van een 2e naar een 13e plaats onder Tunesie en Slowakije nota bene http://www.kidsrightsindex.org).. de politiek kan 'trots' zijn op zichzelf! 

Eindeloos heeft het veld gewaarschuwd. Niemand zo doof als hij die niet wil horen... het moest en zou gebeuren en nu gaat het op veel plekken heel moeizaam... heel moeizaam. Zo  moeizaam dat het zelfs internationaal zichtbaar is in ranglijsten. Beschamend. 

Ik focus gewoon even op mijn kleine niche in de hulpverlening: gespecialiseerde hulp bij afstands, adoptie en pleegzorg gerelateerde vragen, vaak rond trauma en gehechtheid. Voorheen landelijk werkend, nu ook nog, maar dat is een crime geworden...er is nog niet zo veel veranderd sinds het begin van de transitie. Sterker nog, de meeste zelfstandigen krijgen te maken met eenzijdige tariefverlagingen door gemeenten: slikken of stikken. Tja de gemeente moet bezuinigen en daar wordt de zwakste schakel de dupe van. Wilt u een contract: dat kan: even tekenen bij het kruisje - niks onderhandelen. Eenheidsworst. Eenheidsprijs (wel elke regio een iets ander tarief). Boeteclausules, verantwoordingsrondes, cijfers aanleveren per kwartaal aan de regio, aan het CBS,  en voor volwassenen aan SBG, aan DIS. Ik hoorde een ambtenaar mompelen dat zo de 'onderzoekslast' verlicht wordt bij de instanties en dat cijfers zo direct van de bron komen. Dat is prachtig maar daar offer ik mijn vrije tijd dus aan op, sterker nog: ben wettelijk verplicht dit aan te leveren zonder daar ook maar enige compensatie voor te krijgen. Onbehoorlijk vind ik dat. 
Zou die ambtenaar dat ook doen? Al dat onbetaalde werk? Of de CBS medewerker? Of de Minister? Zouden zij hun werk blijven doen als er ineens 10% minder geld binnen zou komen en ze geacht werden per gewerkt uur een kwartier tot half uur gratis werk te leveren? 

Met de transitie zijn we er nog niet. Van alle kanten rolt het monster van de bureaucratie over de vrijgevestigde heen: we moeten een kwaliteitsstatuut maken, ROM systeem optuigen, een visitatie betalen, registraties verlengen, bijscholingen volgen (in eigen tijd: scholing betekent geen cliënten  betekent geen inkomen). Dit alles in ruil voor een uurloon dat ten minste 10% onder het NZA tarief ligt en dat lager is dan dat wat de notaris rekent voor zijn secretaresse (zie eerdere blog uit mei 2015). Wel BTW vrij, dat nog net wel.

De transitie levert torenhoge lastenverzwaring voor kleine praktijken: per gewerkt uur tot een half uur nabewerking inclusief allerlei extra administratieve handelingen via portals die maar half werken (VECOZO) of op sommige platforms nog helemaal niet werken (Mac). Tussentijdse cijfermatige rapportages die geen bal maar dan ook geen bal zeggen over inhoud en kwaliteit van hulpverlening. Ergo: voor uitvoerende gespecialiseerde, landelijk werkende eenpersoonspraktijken heb ik nog geen enkele 'lust' of verbetering kunnen ontdekken van de transitie. Sterker nog: de transitie lijkt erop gemaakt om de gemeentelijk vergoedde eenpersoonspraktijk volledig de nek om te draaien. Gelet op hoe het nu gaat, gaat dat vast lukken. Hoeveel mensen zouden al gestopt zijn?

Genoeg geklaagd. Misschien is het dan beter geworden voor de cliënt? Verschillende bronnen concluderen van niet: de kinderombudsman, Veilig Thuis, de Monitor Transitie Jeugd allen rapporteren wachttijden en misstanden. De enige conclusie kan zijn dat dit systeem niet werkt.
Natuurlijk komen er dan aanbevelingen voor verbetering maar of dat nog soelaas biedt? Als praktijken of instellingen gesloten zijn, is het aanbod weg. Daarmee leidt de transitie tot een verschraling van hulpverlening. De kinderen en gezinnen die hulp nodig hebben staan in de kou. De echte prijs daarvoor wordt pas over vele jaren betaald vrees ik.. .https://www.zorgwelzijn.nl/Jeugdzorg/Nieuws/2016/6/Link-tussen-jeugdzorg-en-bijstand-staat-vast/ - als we niet goed zorgen voor onze jeugd, komt er nog meer persoonlijk leed en uiteindelijk helpen we de maatschappij om zeep. Lekker goedkoop nu maar de echte prijs zou wel eens veel hoger kunnen uitvallen dan wie dan ook kan vermoeden.. nee... de balans die ik opmaak van de transitie valt negatief uit. Zeer negatief. 







donderdag 9 juni 2016

Op zoek naar 'the relevance of adoption"

In de eerste week van juni 2016 was de Europese adoptiewereld bijeen op Euradopt 2016. Dat wil zeggen: uit 14 landen waren 26 bij Euradopt aangesloten adoptieorganisaties aanwezig. Aan de vooravond van hun tweejaarlijkse vergadering was er een tweedaags congres getiteld ‘the relevance of adoption’. Het congres werd georganiseerd door de drie aan Euradopt verbonden adoptiebemiddelaars in Nederland en ADOC, kenniscentrum adoptie en pleegzorg.  Twee dagen zijn we gezamenlijk, deelnemers en sprekers, op zoek geweest naar de relevantie van adoptie. 

Hoe relevant is adoptie nog? Is het achterhaald? Moet je wel adoptie willen? Als we interlandelijke adoptie willen, hoe wordt er dan samengewerkt? Al deze zaken kwamen aan bod. Zowel zendende als ontvangende landen konden iets laten zien van hun adoptiepraktijk. Belangrijk gegeven is dat er nog heel veel kinderen onterecht als ‘wees’ bestempeld worden en de belangrijkste jaren van hun leven doorbrengen in kindertehuizen. Onderzoeksgegevens lieten overtuigend zien hoe slecht dit is voor kinderen. Tehuisopvoeding borgt dan wel dat je in je eigen land blijft maar de prijs die betaald wordt is er een van forse groei-en ontwikkelingsachterstanden. Gezinsopvoeding helpt kinderen zich te ontwikkelen. Dat geldt voor opgroeien in (familie of netwerk) pleeggezinnen als in adoptiegezinnen. Iedereen is het er over eens dat interlandelijke adoptie de laatste optie is - maar ook een optie die niet eindeloos moet worden uitgesteld. Ontwikkeling wacht niet en kinderen kansen bieden om gemiste ervaringen in te halen, moet met gepaste spoed gebeuren. 

Anno 2016 is het in Nederland zo dat  85% van de kinderen die geadopteerd worden een medische special need heeft - variërend van een operabele aandoening tot een blijvende (invaliderende) conditie. Dat vraagt extra zorg - de groep is klein, dus het pleidooi moet zijn om specialistische zorg te centraliseren.. 

Onderzoek liet verder zien dat adoptie meer permanentie en daardoor betere stabiliteit biedt dan pleegzorg. De cijfers van afgebroken plaatsingen liegen er niet om: tot 45% van de beoogd langdurige pleegzorgplaatsingen breekt voortijdig af. - deze cijfers zijn consistent en gelden helaas in meerdere Europese landen. De afbreukratio voor adoptie ligt vele malen lager, rond de 5% zo bleek uit Engels onderzoek. Als we daarbij de groepsgegevens nemen van ruim 1200 volwassen geadopteerden die in een korte survey aangaven dat zij overwegend tevreden zijn met hun adoptie, kan de conclusie niet uitblijven dat adoptie de meest succesvolle kinderbeschermingsmaatregel is die we kennen. De evidence base laat daar geen enkele twijfel over bestaan. 

Maar... is dit op individueel niveau ook zo? Nou dat ligt wat ingewikkelder: discussies met zaal en een ervaringsdeskundig panel, maakten duidelijk dat de een zich wel maar de ander zich niet herkende in de onderzoeksresultaten. Ingewikkeld aan de discussie, die we al ruim dertig jaar voeren, is dat het honoreren van individuele ervaringen (de practice base) nooit helemaal kan passen bij gegevens die je vindt voor een groep geadopteerden (de evidence base) .

Wat mij betreft is het een niet meer waard dan het ander, maar is er een dialoog nodig om ervoor te zorgen dat de praktijk van beide kan profiteren en er ruimte is voor het gehele palet aan ervaringen, pijnpunten en goede ervaringen,  die je tegenkomt in individuele adoptietrajecten. De zoektocht is wel hoe dat vorm te geven. Voorwaarde daarvoor is wat mij betreft ruimte bieden aan verschillende meningen, ervaringen, opvattingen,  - zonder dat er gepolariseerd wordt. Polariseren en de ander afdoen als irrelevant is makkelijk en maakt een discussie pittig maar helpt het veld niet verder. Stellen dat hulpverlening alleen helpt als de hulpverlener ook geadopteerd is of boos worden omdat een onderzoeker ook persoonlijk betrokken is bij adoptie, is mij te kort door de bocht. Dan doen we de complexiteit van afstand en adoptie onrecht.. Elkaar echt ontmoeten en horen wat de ander te zeggen heeft is veel moeilijker maar noodzakelijk willen we adoptie echt relevant maken voor elk kind dat er mee te maken krijgt, voor de ouders en gezinsleden die adoptie een plek geven in hun leven. 

Wat zijn de zaken die ik meeneem voor de praktijk, voor onderzoek, voor de discussie? Allereerst zou ik nu eindelijk wel eens de Value Base  naar boven willen halen.  Het ethisch-filosofisch debat is nodig. Thema’s als de ongelijke machtsverdeling tussen arm en rijk,  tussen westen en de rest van de wereld, tussen ervaringsdeskundigen, beleidsmakers en onderzoekers, culturele diversiteit, geldelijk gewin of het not for profit werken en dergelijke kunnen niet meer vermeden worden. Wellicht dat hier over 2 jaar bij de volgende Euradopt conferentie in Rome aandacht voor kan zijn.

Op zoek naar de relevantie betekent dat we de vraag waarom we vanuit het perspectief van het kind adoptie wel of niet moeten willen moeten bespreken. Onder welke ethische en morele condities vinden we als landen die adopteren adoptie aanvaardbaar? Als we weten dat ca. 45% van de pleegzorgplaatsingen voortijdig afbreekt - moeten we dan niet heel snel binnenlandse adoptie - met nodige zorgvuldigheid omkleed - gaan opzetten? Wat doen we in arme donorlanden, kiezen we voor projecthulp of adoptie? Kunnen we kinderen met medische special needs ook helpen in hun eigen land zonder dat zij gestigmatiseerd worden en geen kansen hebben? Welke culturele verschillen zien we daarbij over het hoofd? Investeren we in binnenlandse ontwikkelingen of blijven wij kinderen weghalen uit deze landen? Wat hebben moeders nodig om hun kind niet af te hoeven staan? Wat hebben de ‘donorlanden’ nodig van het westen om de kinderen binnen het land een goed thuis te kunnen bieden? Wat kiezen we en vooral waarom kiezen we dat? Wat rechtvaardigt onze Europese keuze? Welk onderzoek is nodig om blinde vlekken te voorkomen? Welk beleid kan adoptie zo veel mogelijk voorkomen maar voor die kinderen waar geen andere weg voor is, faciliteren? 

De overheid heeft hierin een cruciale rol:  hoe faciliteert zij adoptie? Welke kwaliteitseisen stelt elk land aan de bemiddelende organisaties? Hoe kan het dat sommigen wel en anderen niet lid zijn van Euradopt? Geldt dat dan niet als een internationale Europese standaard? Daar ligt een taak voor Veiligheid en Justitie. De herziening van de adoptieweg (Wobka) ligt al sinds 2004 op 
de stapel....

Dan hebben we nog de nazorg... geregeld op lokaal niveau volgens een volkomen ondermaatse handreiking adoptienazorg gefaciliteerd en dat terwijl op dit moment 85% van de binnenkomende kinderen special needs heeft? Dat vraagt om een gespecialiseerde, gecentraliseerde adoptiezorg die niet ophoudt bij de leeftijd van 18, maar door kan gaan tot in de volwassenheid. Adoptie stopt immers ook nooit. Het is er. Als er specifieke adoptiegerelateerde vragen zijn, is het dus belangrijk bij specialisten terecht te kunnen of je nu 2, 20, 40, 60 of 80 bent! Daar ligt een taak voor VWS! 

Afstand en adoptie zijn onderwerpen die iedereen ‘interessant’ vindt. Dat geadopteerden als groep daar een goede weg in hebben kunnen vinden, vind ik oprecht goed en belangrijk nieuws. Nieuws dat inderdaad beleid mee vorm mag gaan geven wat mij betreft. Maar niet zomaar, want er is een groep geadopteerden die intensieve hulp nodig heeft, een groep die worstelt  met allerlei aspecten van hun adoptie. Het is een (kleine) minderheid volgens de onderzoeken, maar hun behoeften  verdienen ook aandacht en als zij willen specialistische zorg! 

De zoektocht naar de relevantie van adoptie moge positief beantwoord zijn, de kanttekening dat onderzoek de prijs die op individueel niveau betaald is voor de tevredenheid nooit kan blootleggen blijft op zijn plaats. Dat is wel de prijs die ik van dichtbij meemaak in mijn klinische praktijk. Immers: "While most adoptions work well, no adoption is simple.”  Hoe gaan we daar dan mee verder als praktijk, in onderzoek en in beleid? Daar is het laatste woord nog lang niet over gezegd . Dat vraagt allereerst een helder standpunt van de overheid EN het bundelen van krachten, van iedereen die bij adoptie en afstand in Nederland betrokken is. 

© Anneke JG Vinke 9 juni 2016

dinsdag 7 juni 2016

Terug bij af? Of toch niet?

Terug bij af.. de opmerking blijft hangen. Het adoptieveld is terug bij af, zo concluderen sommige volwassen geadopteerden. Terug bij af, of toch niet? 
Het lijkt er zo op het eerste oog wel op: de ministeries blijven onderzoeken doen naar de best mogelijke inrichting van de adoptieketen en hebben in het afgelopen decennium geen enkele knoop doorgehakt. De onderzoekers blijven onderzoeken doen naar geadopteerden - onderzoek naar afstands- en adoptie-ouderschap is schaarser. Volwassen geadopteerden voelen zich deels prima gehoord en deels volkomen verguisd. Soms bekruipt me het gevoel dat we in een soort eindeloze 'loop' zitten: herhaling van zetten, telkens weer. 
Vorige week, 1 en 2 juni 2016 , was er Euradopt 2016, een conferentie met ongeveer 250 deelnemers uit alle windstreken en adoptie-landen. De conferentie was een prelude op de tweejaarlijkse vergadering van bij Euradopt aangesloten adoptie-bemiddelingsorganisaties in Europa. Bewust zeg ik bij Euradopt aangesloten want niet alle organisaties zijn lid. In Nederland zijn drie van de vijf vergunninghouders (adoptiebemiddelaars) lid van Euradopt. 
Het veld van afstand en adoptie kenmerkt zich door verdeeldheid. Dat vind ik een grote paradox aangezien afstand en adoptie an sich ook onlosmakelijke verbondenheid in zich bergen. Al ruim 25 jaar puzzelt me deze paradox: het verbonden zijn, maar niet verbonden kunnen/willen zijn ? Wat maakt de verbinding zo moeilijk? Wat maakt dat discussies scherp en polariserend blijven?  Als munitie in de discussie wordt door eenieder onderzoek ingezet of worden juist persoonlijke ervaringen en wantoestanden naar voren geschoven. Aan munitie geen gebrek overigens, want adoptie staat altijd volop in de belangstelling. Velen verheffen in de discussie de eigen argumenten tot absolute - voor de hele groep geldende - waarheden daarmee de ander verwijtend niet te luisteren of geen ruimte te geven. Emotionele taferelen zijn vaak het gevolg en polarisatie is dikwijls de uitkomst. Dat zorgt eerder voor minder begrip dan voor meer begrip. Luisteren kan daarmee verworden tot 'jij moet doen wat ik vind of zeg' - daarmee is volgens mij het veld niet gediend en stopt het gesprek. Bovendien raken er mensen beschadigd door de scherpte van het debat, wat verbinden nog moeilijker maakt. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Het is niet eenvoudig om echt naar elkaar te luisteren zonder het perspectief/de ervaring van de ander te beoordelen. Het is niet eenvoudig om respectvol te blijven naar ieders individuele ervaringen of de ogen en oren open te houden wanneer misstanden worden aangekaart. Het is niet eenvoudig om te durven kijken naar resultaten uit onderzoek wanneer je persoonlijke ervaringen anders zijn. Het is niet eenvoudig om je niet triomfantelijk te voelen wanneer het onderzoek jouw ervaringen helemaal bevestigt. Het is niet  eenvoudig voor beleidsmakers om nu eens eindelijk kleur te bekennen. Het is niet eenvoudig om als Nederlandse overheid te kiezen wat je met adoptie beoogt (getuige ook het gedogen van vondelingenluikjes...). Nee, afstand en adoptie zijn niet eenvoudig. Het veld verbonden houden en op beleidsniveau zuiver zijn, een kader scheppen zodat  ieders behoeften evenwichtig worden vervuld en de meest kwetsbare (het kind) optimaal wordt beschermd, is zo mogelijk nog moeilijker. Niet onmogelijk! Het duurt alleen wel erg lang voor we daar aankomen. 
Als we in het adoptieveld niet bereid zijn elkaar met open vizier te ontmoeten, blijft het moeizaam vrees ik... . Thema's als macht, cultuur, kleur, geld - het speelt allemaal mee 'onder de waterlijn". Thema's die we niet noemen die er wel zijn, verdienen ruimte. The elephant in the room zegt de Engelsman dan. Name the Elephant! Misschien is die olifant in de kamer wel een verschillend doel met adoptie? Andere waarden, andere ideeën over wat goed is of niet goed voor betrokkenen. Kinderbescherming of gezinsvorming? Kinderbescherming via gezinsvorming? Kinderhandel? Gedwongen afstand? Kinderen zoeken voor ouders of gezinnen zoeken voor kinderen? Als we er niet over praten, met open vizier, zal er niets veranderen vrees ik en ja, dan gaan we telkens terug naar 'af'.
Laten we de uitdaging aanpakken - juist naar aanleiding van Euradopt 2016! Laten we als veld, ervaringsdeskundigen EN beleidsmakers EN onderzoekers EN clinici de koppen bij elkaar steken en een nieuwe ronde inluiden. Nee, we zijn wat mij betreft niet terug bij af - we hebben immers al heel wat kilometers (en jaren) in de benen door de rondjes in het verleden, die ervaring kunnen we (moeten we!) meenemen. 
Ik roep het hele afstands en adoptieveld op om mee te lopen. Een nieuwe ronde. Een ronde waar we niet elkaar voorbij willen lopen, in willen halen of willen winnen, maar een ronde waarin we samen op lopen. Gezamenlijk, vanuit het principe agree to disagree. Waar staan we nou voor als we de thema's afstand en adoptie belichten? Kinderbescherming?
Echt daadwerkelijk de praktijk van afstand en adoptie verbeteren kan alleen als we elkaar blijven ontmoeten, niet alleen op congressen of in welles-nietes discussies, maar structureel, zoals we een aantal jaren geleden deden met (besloten) adoptie-dialogen. Als we blijven lopen dus. Welke organisatie durft dit te faciliteren? Wie durft het startschot te geven? Maar vooral ook ... wie loopt er mee?  
© Anneke Vinke 7 juni 2016